Biodiversiteit? Landschapsarchitect Alice praat liever over de ‘kwaliteit’ van stedelijke natuur

Op de foto:  Alice Artus

Alice is al 4,5 jaar landschapsarchitect bij De Dakdokters. Ze studeerde in Frankrijk en kwam voor haar afstudeertraject in Wageningen terecht. “Ik ben altijd gefascineerd geweest door planten, door hun diversiteit in vormen, kleuren, texturen, geuren, etc. Maar ook hoe ze zich transformeren gedurende het seizoen en over langere periodes, waar ze groeien en hoe ze zich verspreiden. Dat is waarom ik mijn studie begonnen ben met een bachelor in horticultuur en landschapwetenschappen, omdat ik alles wilde weten over hoe planten ‘werken’ en, op een grotere schaal, hoe natuurlijke landschappen zich vormen en evolueren. Vandaag de dag gebruik ik deze kennis om prachtige en duurzame plantontwerpen te maken op daken.” Alice deed haar laatste stage bij ons, en ze is nooit meer weggegaan!

Waarom koos je ervoor om te gaan werken in de wereld van daktuinen?

“Het werken aan de integratie van natuur in steden is een concept dat heel waardevol is in mijn ogen. Ik wilde op die manier graag bijdragen aan iets wat steden een ‘meer menselijke omgeving’ maakt, en in volgebouwde gebieden bieden daken hierin veel kansen.”

“Ik hou ook van de uitdagingen die het daklandschap oplost én met zich meebrengt. Het creëren van een tuin op hoogte is een mooie uitdaging an sich, maar het is ook een goede manier om het stedelijk klimaat te verbeteren. Dat is waarom de slogan van De Dakdokters is: ‘we maken de stad gezond’! Een plat dak met een vegetatielaag wordt minder warm in de zomer en kan daarmee bijdragen aan de vermindering van het urban heat island effect, bijvoorbeeld. We kunnen ook acteren op het risico op overstromingen, omdat het riool overbelast raakt als het veel regent. Als we bij een project bijvoorbeeld een polderdak gebruiken wordt het regenwater opgevangen en gebruikt om de planten water te geven. Hierdoor komt dit water niet in het riool terecht en wordt het rioolsysteem minder belast.”

Hoe pak je het ontwerpproces van een daktuin aan? 

“Bij het ontwerpen van een daktuin begin ik altijd met een bezoek aan het dak, om de ruimte te kunnen ervaren. Die eerste indrukken in combinatie met de analyse die ik maak leiden me door de rest van het ontwerpproces. Ik hou ervan om tuinen te ontwerpen die resoneren met het gebouw waar ze zich op bevinden en hun locatie binnen de rest van het daklandschap. De volgende stap is om te kijken naar hoe een tuin gebruikt gaat worden; wat gaan bewoners of bezoekers doen in deze tuin?”

“Het kiezen van de planten is natuurlijk ook een essentieel onderdeel in het ontwerpproces. Ik hou ervan om de opdrachtgever te betrekken bij het kiezen van de planten; het is een prachtig moment als ze de tuin echt eigen kunnen maken. Ik zorg er altijd voor dat we bloemen toevoegen die iets voor ze betekenen, die misschien een speciale plek in hun kindertijd hadden of ze juist doet denken aan een vakantiebestemming. Het creëren van een verhaal zorgt ervoor dat mensen zich verbonden gaan voelen met hun tuin.” 

“Bij de keuze voor planten moeten we natuurlijk altijd rekening houden met het lastige klimaat waar je op daken mee te maken hebt. Dat kan een leuke uitdaging vormen! Ook zorg ik er altijd voor dat er iets te beleven valt in de tuin, zodat mensen er het hele jaar van kunnen genieten. Eigenlijk voeg ik ook altijd iets eetbaars toe aan het beplantingsplan, of dit nu kruiden zijn die gebruikt kunnen worden bij het koken of wilde aardbeien die kinderen kunnen zoeken, plukken en opeten. Zo komt een tuin echt tot leven!” 

Hoe neem je biodiversiteit mee in jouw ontwerpen? 

“Persoonlijk en professioneel gezien vind ik het stimuleren van de biodiversiteit heel belangrijk. Biodiversiteit, als woord, komt van het Griekse ‘bios’, wat leven betekent, en het Latijnse ‘diversitas’, wat staat voor verscheidenheid. Feitelijk is biodiversiteit dus niet meer dan de verscheidenheid aan planten in het beplantingsontwerp.” 

“Strikt genomen kan 4m2 groendak meer plantendiversiteit en ‘inheemse’ planten tellen dan een daktuin van 100m2 met sierplanten. Dat betekent alleen niet dat die vier vierkante meters ook per se meer impact hebben op het stedelijke ecosysteem. Daarom praat ik zelf liever over de ‘kwaliteit’ van het stedelijke stukje natuur waar ik aan werk. Bijvoorbeeld, als we een groene gevel willen maken, zijn er twee opties. De ene optie bestaat uit een systeem gemaakt uit rijen en rijen van kleine potjes, die over de lengte van het hele gebouw worden geplaatst. Deze planten worden geïrrigeerd met leidingwater en bemest dankzij een slim systeem, dat draait op elektriciteit. In elke pot kan een andere plant staan, dus er is een grote ‘(bio)diversiteit’.”

“Een andere optie is om verschillende klimplanten uit te zoeken, deze in de volle grond te planten en door middel van een klimvoorziening aan dezelfde muur te laten groeien. Klimplanten hebben tijd nodig om te volgroeien, maar hebben hier de ruimte voor en gaan jarenlang hun gang. Ze geven een blijvende verblijfplaats aan insecten en vogels omdat ze niet elke zoveel jaar worden vervangen (zoals de potjes). Tot slot is er minder materiaal, energie en onderhoud nodig en ze blijven in principe voor altijd staan! Dit is een stuk duurzamer en dit telt mee wanneer we naar de kwaliteit van urban nature kijken.”

“De meest duurzame gebouwen zijn dus niet altijd de gebouwen met het meeste groen, maar met het groen dat het langst meegaat. Dit is altijd mijn uitgangspunt wanneer ik een tuin ontwerp. Het moet werken. Planten moeten gedijen onder het ruige klimaat en de zware omstandigheden van daken.”

“Ik neem vaak het voorbeeld van een bloemenweide met inheemse planten, die we soms op daken zaaien. Op papier lijken ze misschien de meest effectieve manier om bij te dragen aan de biodiversiteit, maar zonder een waterregulatiesysteem drogen ze in de eerste droge weken van het jaar al uit. Dan is de bijdrage aan de biodiversiteit twijfelachtig en zit de klant de rest van de zomer te kijken naar verdroogd bruin gras, of in ieder geval tot het weer regelmatig en voldoende regent. Zo werkt de natuur nu eenmaal! Dit leggen we altijd goed uit aan de opdrachtgever zodat hij of zij niet voor een verrassing komt te staan, en ontevreden is over het resultaat. Dan is de kans namelijk groot dat het groene dak niet lang stand houdt en is er helemaal geen groen meer te vinden op dat dak. Dan draag je helemaal niets meer bij aan de biodiversiteit.”

Wat is jouw dakdroom?*

“Mijn dakdroom is om iets zoals de hangende tuinen van Babylon te maken! Ik zie een combinatie voor me van daktuinen op verschillende niveaus, die allemaal met elkaar verbonden zijn. Een weelderige vegetatie waar je doorheen kunt wandelen, en ook verborgen tuinhoekjes in kunt ontdekken. Ik zou heel graag zo’n project willen ontwerpen!”

*Bij de oprichting van De Dakdokters formuleerden we een aantal van onze dakdromen. Projecten waar we op dat moment alleen nog maar van konden dromen maar die we heel graag zouden willen ontwikkelen. Een groot deel van deze projecten hebben we inmiddels gerealiseerd, zoals een duindak.